• FR
  • NL
  • EN

Fiets van de zaak en fiscale fiche: verduidelijking rond afgeschreven bedrijfsfietsen

Sinds het aanslagjaar 2025 gelden er nieuwe regels voor de vermelding van ter beschikking gestelde bedrijfsfietsen. De waarde van het voordeel moet voortaan verplicht worden opgenomen op de fiscale fiches, zelfs wanneer het gaat om volledig afgeschreven fietsen. Een recente parlementaire vraag brengt op dit punt de nodige duidelijkheid.


Kader van de fiscale behandeling

De terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets is, onder voorwaarden, vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en van bedrijfsvoorheffing, mits de werknemer of bedrijfsleider de fiets gebruikt voor woon-werkverkeer.

Tot voor kort moest dit voordeel niet op de fiscale fiche worden vermeld, behalve wanneer de begunstigde koos voor de werkelijke beroepskosten in plaats van de forfaitaire aftrek.

Vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) moet de waarde van het voordeel verplicht worden vermeld op de fiscale fiche, ongeacht de gekozen methode van aftrek van beroepskosten.

Deze vermelding geldt voor:

Bovendien moet het voordeel ook worden opgenomen in de individuele rekening.


Wat met volledig afgeschreven fietsen?

Specifieke vragen rezen omtrent fietsen die meer dan vijf jaar in gebruik zijn en volledig zijn afgeschreven.

Tijdens een vragenronde in de Kamer (QRVA 007, 2 februari 2025, vraag nr. 122) verduidelijkte de toenmalige minister van Financiën dat:

  • Ook een volledig afgeschreven fiets opgenomen moet worden;
  • De reële waarde van de fiets op het moment van terbeschikkingstelling dient te worden bepaald op basis van de feitelijke omstandigheden;
  • De waarde moet de werkelijke economische besparing voor de werknemer weerspiegelen.

De afschrijving doet dus niets af aan het bestaan van een belastbaar voordeel.

Let op: voor werknemers of bedrijfsleiders die kiezen voor de forfaitaire beroepskosten blijft het voordeel vrijgesteld, ondanks de verplichte vermelding op de fiche.


Bepalen van de te vermelden waarde

De administratie heeft geen standaardmethode voorzien voor het bepalen van de reële waarde van een afgeschreven fiets. Werkgevers zullen dus zelf:

  • Een redelijke schatting moeten maken;
  • De gebruikte waarderingsmethode moeten kunnen verantwoorden in geval van een controle.

Elementen zoals de ouderdom, gebruikstoestand, en de marktwaarde van vergelijkbare tweedehandsfietsen kunnen als basis dienen voor deze waardebepaling.


Aandachtspunten voor accountants en belastingadviseurs

Binnen hun advies- en complianceopdrachten zullen accountants en belastingadviseurs:

  • Moeten toezien op een juiste waardering en correcte vermelding van bedrijfsfietsen op de fiches vanaf het inkomstenjaar 2024;
  • Hun cliënten actief informeren over deze nieuwe verplichting;
  • De documentatie van de waarderingsmethode bewaken ter ondersteuning van de fiscale correctheid.


Conclusie

De verduidelijking rond afgeschreven fietsen toont opnieuw het belang aan van een zorgvuldige en correcte fiscale rapportering. De juiste inschatting van het economisch voordeel wordt een nieuwe praktijkuitdaging bij de afsluiting en fiscale verwerking van boekjaar 2024.



Bronnen :

  • Circulaire 2024/C/22 betreffende de vrijstelling van de fietsvergoeding en het voordeel van een ter beschikking gestelde bedrijfsfiets.
  • Schriftelijke Vragen en Antwoorden, QRVA 007, 2 februari 2025, vraag nr. 122 van Wouter Vermeersch.


Mots clés