• FR
  • NL
  • EN

Waarom België koploper blijft in de fiscale druk op arbeid

Elk jaar publiceert de OESO het rapport Taxing Wages, dat een gedetailleerd overzicht biedt van de belastingdruk op arbeid in de lidstaten. De editie van 2025 bevestigt opnieuw wat we in België al lang weten: werknemers worden hier zwaarder belast dan waar ook in de OESO. Ondanks enkele fiscale hervormingen blijft België bovenaan het klassement staan. Tijd voor een heldere analyse.


SocialF.F.F.Taxing Wages 2025: discover the OECD's annual study and its main conclusions, with Belgium still in first place!


Een structureel hoge fiscale druk op alleenstaanden

In 2024 bedraagt de fiscale wig (het aandeel van belastingen en sociale bijdragen in de totale arbeidskost) voor een alleenstaande werknemer zonder kinderen in België 52,6 %. Daarmee blijft België, net als in 2023, de hoogste belastingdruk van alle 38 OESO-landen vertonen.

Ter vergelijking: het gemiddelde binnen de OESO bedraagt 34,9 % – bijna 18 procentpunten minder. Deze structurele kloof roept ernstige vragen op over de loonkost en de werkgelegenheidsdynamiek in België.


Gezin met kinderen: iets gunstiger fiscaal regime

Voor een gezin met één inkomen en twee kinderen daalt de fiscale wig in 2024 tot 36,9 %. Hoewel dit nog steeds de zesde hoogste waarde binnen de OESO is, toont het wel aan dat België fiscale tegemoetkomingen voorziet voor gezinnen met kinderen.

De vermindering van de fiscale wig tussen een alleenstaande en een gelijkaardige werknemer met kinderen bedraagt 15,6 procentpunten in België, tegenover gemiddeld 9,2 procentpunten binnen de OESO. Dit verschil weerspiegelt het belang van kinderbijslagen en fiscale voordelen voor gezinnen in ons land.


Langzame maar gestage verbetering sinds 2000

Tussen 2000 en 2024 is de fiscale wig in België gedaald van 57,1 % naar 52,6 %, een daling van 4,5 procentpunten. Ter vergelijking: binnen de OESO daalde het gemiddelde slechts met 1,3 procentpunt. België heeft dus wel degelijk inspanningen geleverd, maar het blijft ver boven het gemiddelde uitsteken.


Netto belastingdruk: minder over van het brutoloon

De netto gemiddelde belastingdruk meet het deel van het brutoloon dat een werknemer effectief afstaat via belastingen en sociale bijdragen, na aftrek van eventuele uitkeringen.

  • Voor een alleenstaande werknemer bedroeg dit tarief in 2024 39,7 % in België, tegenover 25,0 % in de OESO. Dat betekent dat een Belgische werknemer slechts 60,3 % van zijn brutoloon netto overhoudt, vergeleken met 75 % in de OESO.
  • Voor een gezin met twee kinderen daalt deze netto druk tot 19,9 %, tegenover 14,2 % binnen de OESO. In België blijft er dan 80,1 % van het brutoloon over, tegenover 85,8 % elders.


Besluit

Het rapport Taxing Wages 2025 onderstreept nogmaals dat arbeid in België zwaar wordt belast, ondanks gunstige regelingen voor gezinnen met kinderen. Ondanks een geleidelijke daling over de afgelopen twintig jaar, blijft de Belgische loonkost uitzonderlijk zwaar getroffen door belastingen en bijdragen.

In een context van vergrijzing, druk op de sociale zekerheid en internationale concurrentie, dringt zich de vraag op: moet arbeid in België nog altijd de voornaamste belastingbasis zijn? Of is het tijd voor een fundamentele heroriëntering van ons fiscale model?

Mots clés