De rechtbank van eerste aanleg te Gent oordeelde op 20 maart 2025 dat het foutief opnemen van een actief in een aangifte van nalatenschap wél kan kwalificeren als een materiële vergissing. Gevolg: de erfbelasting moet dan worden herberekend en de teveel betaalde erfbelasting moet worden teruggegeven. Welke feiten lagen hier voor?
Door het overlijden van hun vader op 22 maart 2020 dienden de drie kinderen een aangifte van nalatenschap in. Daarin hebben zij een onroerend goed voor 100% opgenomen onder het luik “gemeenschappelijk vermogen” in de aangifte van nalatenschap. De erfbelasting werd op basis daarvan door Vlabel gevestigd en correct betaald door de belastingplichtigen.
Een tweetal jaar later ontdekten de erfgenamen dat er een vergissing was gebeurd: hun vader was bij overlijden slechts eigenaar van de helft van het onroerend goed. De andere helft hadden de kinderen reeds in blote eigendom verworven bij het overlijden van hun moeder twintig jaar eerder (op 18 september 2000). Er bestond dus helemaal geen gemeenschappelijk vermogen meer bij het overlijden van vader als weduwnaar. De erfbelasting in de nalatenschap van de vader had voor dat onroerend goed slechts mogen worden geheven op de waarde van de helft van het onroerend goed. De andere helft was reeds belast in hoofde van de kinderen in de nalatenschap van moeder.
Na het ontdekken van deze fout dienden de erfgenamen, samen met hun notaris, een tijdig verzoek tot ambtshalve ontheffing in. Vlabel wees dit verzoek af en stelde dat het foutief aangeven van een actiefbestanddeel niet kwalificeert als een materiële vergissing.
De erfgenamen gingen hiermee niet akkoord en brachten deze discussie voor de rechtbank.
De rechtbank van eerste aanleg te Gent benadrukte dat een ambtshalve ontheffing mogelijk is wanneer er sprake is van een overmatige belasting die voortvloeit uit een materiële vergissing, uit dubbele belasting, of blijkt uit nieuwe feiten of stukken die om gewettigde redenen niet eerder konden worden voorgelegd door de belastingplichtige.
In dit dossier was er geen betwisting over het feit dat een deel van de erfbelasting overmatig (en aldus onterecht) werd geheven. Het onroerend goed behoorde bij het overlijden van de vader immers slechts voor de helft (en niet integraal) tot de nalatenschap. Over de waarde van het goed bestond geen discussie.
De kernvraag was of de fout in de aangifte van nalatenschap kon worden aangemerkt als een materiële vergissing en een gedeeltelijke ontheffing van erfbelasting moest gebeuren. De parlementaire voorbereiding omschrijft een materiële fout als “schrijffouten of andere grove vergissingen” en het Hof van Cassatie omschrijft dit als “een feitelijke vergissing als gevolg van een misvatting omtrent materiële gegevens bij ontstentenis waarvan de belasting wettelijke grondslag mist”. Een materiële vergissing staat tegenover een rechtsdwaling, die een onjuiste beoordeling van de fiscale wet of een verkeerde toepassing ervan veronderstelt.
In deze zaak merkte de rechtbank op dat deze vergissing vermoedelijk het gevolg was van het overnemen van gegevens uit de eerdere aangifte van de moeder, zonder rekening te houden met de gewijzigde juridische situatie. Volgens de rechtbank ging het dan ook om een feitelijke vergissing en niet om een verkeerde juridische inschatting, wat essentieel is om te kunnen spreken van een materiële vergissing.
Bovendien had Vlabel zelf kunnen opmerken dat er geen sprake kon zijn van een gemeenschappelijk vermogen.
De rechtbank besloot dat de fout als materiële vergissing moest worden erkend en dat de erfbelasting op een te hoog bedrag was geheven. Vlabel moest bijgevolg overgaan tot een herberekening van de aanslag, waarbij enkel met de helft van de waarde van het onroerend goed rekening mocht worden gehouden. De teveel betaalde erfbelasting moet worden terugbetaald aan de kinderen.
Deze uitspraak bevestigt dat een fout in de aangifte van nalatenschap — zelfs wanneer deze betrekking heeft op de aard of de omvang van een actief — onder bepaalde omstandigheden als een materiële vergissing kan worden aangemerkt, en dus recht kan geven op een ambtshalve ontheffing van erfbelasting.
Toch blijft voorzichtigheid geboden. Niet elke fout komt in aanmerking voor een dergelijke rechtzetting, en de beoordeling is steeds afhankelijk van de concrete omstandigheden.
Hoewel deze uitspraak perspectief biedt voor belastingplichtigen, onderstreept zij vooral het belang van een correcte en doordachte aangifte van nalatenschap. Fouten kunnen leiden tot overmatige erfbelasting en complexe geschillen.
Onze advocaten bij Cazimir beschikken over de nodige expertise om u te begeleiden bij de opmaak van aangiften, het vermijden van fouten en het voeren van procedures tegenover de Vlaamse Belastingdienst.
Vragen over uw aangifte van nalatenschap of erfbelasting? We helpen u graag verder met heldere en praktische begeleiding.
(1) Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent d.d. 20 maart 2025, 22/1413/A, https://www.vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst/actief-foutief-aangegeven-materiele-vergissing-onroerend-goed-moest-na-overlijden-van-tweede-ouder-slechts-voor-de-helft-van-de-waarde-worden-aangegeven